De bal rolt weer!

Rare tijden zijn het geweest. De wereld leek even op pauze te zijn gezet, omdat één of andere Chinese marktkoopman het een goed idee vond om gefrituurde Sumatraanse rat-aap aan het winkelende publiek te voeren. Het tegendeel bleek waar, want mensen werden er knap ziek van en omdat ze daar kennelijk nooit geleerd hebben dat je je hand voor je mond moet houden als je niest, was binnen no time heel Zuidoost Azië de pisang. 

Nog geen twee maanden later stak het virus ook in andere werelddelen de kop op en next thing you know is dat de hele wereld in “lockdown” ging. Toen ik dat woord hoorde, dacht ik in eerste instantie aan één van mijn favoriete ‘natuurfilms’ uit m’n puberjaren, met een hoofdrol voor de wulpse Janine, maar het ging hier natuurlijk over iets heel anders. Ik denk dat mijn brein op één of andere manier ook een beetje is aangetast… Hoe dan ook, deze lockdown betekende dat zo’n beetje alles wat zo vanzelfsprekend leek, opeens niet meer zo gewoon was. We moesten opeens in de rij voor de supermarkt, konden niet meer naar het werk, de horeca ging op slot en tot overmaat van ramp werd ook nog de belangrijkste bijzaak van het leven van ons afgepakt: de bal mocht niet meer rollen!

Maar na regen komt zonneschijn, zegt men. De pandemie is inmiddels redelijk de kop ingedrukt en na een voetbal loze kwelling van bijna een half jaar, mochten we het eindelijk weer proberen. Her en der gelden nog wel de nodige corona richtlijnen en maatregelen, maar die lijken er alleen maar voor de vorm te zijn, want zie met z’n 15-en maar eens anderhalve meter afstand te houden in een kleedhok van drie bij vier meter. Ook langs de velden en in de voetbalkantines blijkt het gewoon niet te doen. Ik geloof niet dat mensen er per se schijt aan hebben, maar in een anderhalve-meter-maatschappij geloof ik ook niet. Mensen zijn sociale wezens en die zoeken juist genegenheid in plaats van bewust afstand te creëren. Ik bedoel, je moet wel heel lange armen hebben, wil je op anderhalve meter afstand nog lekker aan m’n baard kunnen kriebelen.

Genoeg hierover. Het gaat erom dat we de wei weer in mochten! De geur van het synthetische kunstgras, de warmte die de rubberen korreltjes vasthouden als de zomerzon er een hele dag op heeft staan shinen, het brandende gevoel op je knie en onderbeen als je er een sliding opmaakt, oh wat hebben we het gemist! En daar stonden we dan, op veld 2 van de Sint Jeroen’s Club in Noordwijk. We troffen een jonge tegenstander, al hoeft dat eigenlijk niet meer elke keer herhaald te worden, wetende dat wij inmiddels wel tot de fossielen van de Kelderklasse behoren. Na de eerste vijf minuten was al duidelijk dat SJC deze middag het spel zou maken en dat zij ook over veel meer snelheid beschikten dan wij nog uit onze bejaarde benen konden putten, maar verdedigend stond Ollaget als vanouds z’n mannetje. We werden achteruit gedwongen, maar echt grote kansen leverde dat voor de thuisploeg nog niet op. Sterker nog, de eerste grote kans was voor ons, toen Joost met een lepe bal over de verdediging Eelco in z’n eentje op de keeper afstuurde. Die had helaas net niet voldoende tijd, of hij was gewoon te traag, waardoor zijn stiftje in schoonheid stierf. Dit zou wel het beeld van de rest van de wedstrijd blijven: SJC had de bal en wij loerden op de counter. Een tactiek die ons in het verleden best mooie overwinningen heeft opgeleverd, meest recent de 1-2 bij Blauw-Zwart, vorig seizoen.

Zo’n wedstrijd had het deze middag ook kunnen worden, want hoe langer een doelpunt uitblijft, hoe ongeduldiger zo’n ploeg de aanval gaat zoeken, wat vaak in ons voordeel is, zeker als je tussendoor als een dief in de nacht ook nog een goaltje weet mee te pikken. Helaas liep het deze keer anders, want door een enorme flater werd SJC in het zadel geholpen, een ouderwets ‘Lesleytje’ zeg maar. Spijtig genoeg heeft dat altijd een bepaalde weerslag op de ploeg. Alsof je de eerste tien minuten voor Jan Lul het snot voor je ogen vandaan hebt gelopen. Kort na de openingstreffer was bij Eelco de tank alweer leeg. Hij zal zich vast meer voorgesteld hebben van zijn rentree, maar dat heb je hè, als je een batterij een paar jaar niet meer oplaadt. Daar worden ze lui van. Niet veel later eiste de wedstrijd zijn volgende slachtoffer. Bij een ogenschijnlijk onschuldig duel zette Martin zijn linkervoet verkeerd neer, waardoor hij vol door z’n enkel klapte, dezelfde als die hij twee jaar geleden blesseerde, wat hem destijds noopte zijn kicksen in de wilgen te hangen. Super kut natuurlijk. Heb je hard gewerkt om toch weer terug te keren, zit het er na een kwartiertje alweer op… Het is te hopen dat het niet meteen weer het einde van zijn seizoen betekent. Vanaf deze plek nogmaals beterschap Nanti! Blijf vechten, geef nooit op!

Gelukkig hadden we een drukbevolkte bank, want die hebben we wel nodig met zoveel ‘halfjes’. Ondertussen combineerde SJC vrolijk verder en werd langzaam maar zeker duidelijk dat hun hogere versnelling en betere conditie bij ons zijn tol begonnen te eisen. We waren steeds vaker net een stapje te laat, waardoor we er steeds moeilijker nog uitkwamen, uiteindelijk resulterend in de 2-0 halverwege de eerste helft. Toch hoefde het daarna nog niet gespeeld te zijn, want die paar keer dat Ollaget uit zijn schulp kon kruipen, leverde dat wel kansen op. Zo werd William diep gestuurd, maar maakte het William-syndroom zich helaas weer meester van hem. Hij maakt de onmogelijkste goals, maar één-op-één met de keeper is gewoon niet helemaal zijn ding bleek maar weer. Het valt nauwelijks te onderdrukken om op zo’n moment heel clichématig te zeggen dat je een andere wedstrijd krijgt als we die twee kansen wel gewoon afmaken, maar de realiteit was dat we niet met 2-2 de rust ingingen, maar met een 3-0 achterstand, want vlak voor rust mocht één van de mee opgekomen middenvelders vogeltjevrij nog eens aanleggen, die zonder pardon ook de trekker overhaalde.

Na rust een vrijwel ongewijzigd spelbeeld. De wedstrijd speelde zich nog steeds voornamelijk op onze helft af, maar SJC leek wel wat gas teruggenomen te hebben, waardoor Ollaget iets meer aan opbouwen mocht denken. Niet dat dat tot uitgespeelde aanvallen leidde, maar toch, balbezit is ook wat waard. De beste kansen bleven ondertussen voor de thuisploeg en na een kwartier werd onze verdediging weer eens tot het uiterste gedwongen. De doorgebroken spits werd vakkundig tegen het gras gewerkt. Gevolg: een vrije trap op een gevaarlijke plek en Ollaget verder met tien man, ware het niet dat de scheidsrechter de kaart op zak hield. Die voelde de wedstrijd wat dat betreft feilloos aan, want met z’n elven hadden we onze handen al vol aan SJC, laat staan als we met een man minder verder hadden gemoeten. Wat overbleef was de vrije trap op zo’n 17 a 18 meter van het doel. Het is jammer dat Lesley geen metselaar is, anders had hij de muur waarschijnlijk wel wat beter neergezet. Of stond hij zelf niet helemaal lekker opgesteld? Hoe dan ook, de rechterhoek, voor de kijker links, lag helemaal open. Geen wonder dat de bal zich daartoe aangetrokken voelde als een vlieg op een verse paardenvijg: 4-0.

In de volgende 10 minuten leek er uit het niets toch een stunt in te zitten. Eerst krulde Pieter een corner ineens de verre bovenhoek in en even later kreeg William z’n tweede niet te missen kans, maar ja, dat syndroom hè..? Dat drie keer scheepsrecht is, werd twee minuten later bewezen toen William door een slim steekballetje van Pieter opnieuw vrij voor de keeper werd gezet, nu wel gevolgd door een doeltreffende schuiver in de verre hoek. We gooiden er nog een schepje opportunisme tegenaan, wat zelfs tot de 4-3 leek te leiden, maar Huub’s treffer werd wegens vermeend buitenspel afgekeurd. Het laatste woord was toch voor SJC. Ollaget dacht aan een volgende alles of niets aanval te beginnen, maar nog voordat we de helft van de tegenstander bereikten leden we balverlies. De verdediging was op dat moment uit positie, waardoor we tegen een overtal van zwart-witte aanvallers kwamen te staan, die eenvoudig de vrije man vonden, die op zijn beurt vakkundig de 5-2 liet aantekenen. In de laatste minuut kreeg Pieter nog een grote kans om zijn tweede van de middag te maken, maar ook hij miste oog in oog met de keeper de koelbloedigheid, dus ook dat feestje ging niet door, ook al was het maar voor de statistieken geweest.

We hadden ons natuurlijk meer voorgesteld van de start van het nieuwe voetbalseizoen, maar eerlijk is eerlijk, op de nederlaag viel weinig af te dingen. Toch kan je met een portie fantasie beweren dat er meer in had gezeten. We kregen vijf écht goede kansen, waarvan we er maar één benutten. De goal van Pieter reken ik dan nog niet eens mee, want dat was welbeschouwd nog niet eens een directe scoringskans. Aan de andere kant is het ook weer zo dat ik de handvol reddingen van Lesley, de vrije trap die via de bovenkant van de lat over ging, het schot boven op de kruising en de andere schoten van SJC die naast of over gingen, weggelaten heb uit dit wedstrijdverslag. Bovendien kan je je afvragen in hoeverre SJC onmachtig zou zijn geweest om een per ongeluk opgelopen achterstand weg te poetsen. Zouden ze dan niet gewoon een tandje bij geschroefd hebben? Eindconclusie: SJC was beter en de terechte winnaar. Als je deze wedstrijd tien keer speelt, win je er misschien één van, en dan nóg heb je daarbij alle geluk van de wereld nodig.

SJC 4 - Katwijk 5      5-2 (3-0)

Doelpunten:

4-1           Pieter de Krijger (-)

4-2           William van Rijn (Pieter de Krijger)

Opstelling:
Lesley van Harskamp; Arie de Krijger (Arnoud van Zanten), Pieter van Duijvenboden, Jasper Ellen (c), Joost van Amerom; Arjan Plug (Corné van der Marel), Gerco Sneijders (Roland van der Plas), Eelco Wijnands (René van der Tuijn), Martin Ouwehand (William van Rijn); Huub Kraaijenoord, Pieter de Krijger